Advaita filosofie - mijmering
Te zijn, zoals we zijn
Het ego is te bezweren door het om te keren, waaruit het bestaat is de vraag
het antwoord ligt in de ogen dicht, de
aandacht gericht op waar onrust verscheen en spoorslags verdween, door het
innerlijk luisteren naar de reine eenvoud van stilte
met daaronder diep
het grote wonder, bijzonder, het alles wijzende geheim, dat we de stilte zelf zijn.
Bestemming
Ik zocht antwoorden
tijdens donkere dagen op levensvragen zodat licht op hoop gloorde
wendde mij binnenin
vond dor en duister
legde mij te luister
begaf mij onvermoed
door zwart gemoed
waadde binnendoor
langs het zuivere spoor van liefde aldoor dat
opdook uit de haven van vrede diep in mij beneden. De vragen overbodig in de vrede die ik ben is er niets nog nodig.
Stilte verstaan
Achter de warboel
en voorbij eraan
ligt de diepere poel
om stilte te verstaan
door eerst de ogen te
sluiten, zodat er niets
komt van buiten
achter de oogleden
niets zien bewegen in
de roerloze bede van
stille vrede zo duikt uit het niets, zonder naam en vorm
vergroot tot enorm
ruimtelijk zicht op
de leegte, dat belicht het wezen van degene is als verlicht.
Schijnsel
Het schijnsel van licht
is mijn ware gezicht
het masker afgelegd
de waarheid gezegd
geen verhulling of schijn, in het Hart
kruist de lijn tussen
Liefde en Zijn.
--------------------------
In het buiten duister, keer ik om en zie
naar wat ligt, als in mijn schoot van licht.
De handen geleegd, stil, de geest, de aandacht als snoer
waarlangs ik voer, opperste vreugd alom, wat we zijn is deze bron.